Eten: wat mag een kitten wel en wat mag hij niet?

Een kitten is gespeend na 4 of 5 weken. Dan drinkt hij geen moedermelk meer en kan het overgaan op vast voedsel. Als je een kitten in huis neemt, is hij dus al overgeschakeld naar vast voedsel. Misschien eet hij de eerste dag slecht. Dat komt omdat hij nog niet aan zijn nieuwe thuis is gewend. Wees gerust, normaal gesproken trekt dat snel bij.

Vijf of zes keer per dag

Je kunt je poesje gewoon voer geven dat uit de winkel komt. Het mag zowel blikvoer als brokjes zijn. Blikvoer heeft meer vocht in zich. Als je voor brokjes kiest, zal de kitten meer water drinken. In het begin moet je hem vijf of zes keer per dag voeden. Dat lijkt veel, maar hij krijgt slechts kleine hoeveelheden per keer. Houd aan wat de fabrikant op de verpakking zet. Er zijn veel te veel katten die te dik zijn. Als je dit soort Garfield-effecten wilt vermijden, moet je de hoeveelheid voer beperken. De ene kat is natuurlijk actiever dan de andere en verbruikt meer energie. Die eet dus ook meer. In het algemeen kun je er van uit gaan dat de ribben te voelen moeten zijn. Is dat niet het geval dan is je huisdier te dik aan het worden. Na een half jaar kun je langzaam overschakelen naar drie maaltijden per dag.

Extra’s?

Het klinkt verleidelijk om extra vlees of kalk in het voer te mengen. Dat wordt nog wel eens aangeraden. Niet doen. De toevoeging verstoort soms de voedselverhouding en daardoor zijn de juiste voedingsstoffen niet meer in balans. De gevolgen voor je kitten laten zich raden. Iets anders dat je moet vermijden is koemelk. Een kitten lust het heel graag, maar het is niet goed voor hem. Hij krijgt er diarree van. Als je toch melk wilt geven, moet je overgaan op speciale kattenmelk. Een snack als tussendoortje mag wel. In de winkel zijn genoeg kattensnoepjes te vinden. Geef geen kaas of worst. Dat is te zout en te vet.